maandag 22 september 2014

Niet geslaagd voor toelatingsexamen arts/tandarts: welke studierichtingkan ik best kiezen?

Rebus ingangsexamen arts tandarts
Vorig week kregen heel wat studenten te horen dat ze niet geslaagd zijn voor het toelatingsexamen. Uit de vele reacties die wij binnenkregen was de ontgoocheling groot. Velen zijn nipt gebuisd, ofwel een klein tekort op wetenschappen, ofwel geslaagd voor beide onderdelen (KIW en IVV) maar net geen 22 op 40. De schrapping van 3 vragen bij de wetenschappen, alsook 6 vragen bij IVV, zette ook heel wat kwaad bloed. Logisch, want dat benadeelt de student die deze vraag goed invulde en daar ook tijd in stak.

Naast een grote portie ontgoocheling en frustratie komt evenwel de grote en moeilijke hamvraag: Wat nu?

Niet geslaagd: wat moet ik nu doen?


De allerbelangrijkste vraag is: wil ik verder met geneeskunde of tandheelkunde? Of anders gesteld: wil ik het toelatingsexamen opnieuw afleggen? Indien nee, dan kiest men gewoon de nieuwe richting die men uit wil gaan. Indien ja, dat volgt een moeilijkere keuze die vooral bepaald wordt door het al of niet aanwezig zijn van een goed plan B.

Ik wil het toelatingsexamen opnieuw afleggen


Het allerbelangrijkste wat je moet weten: er bestaat geen enkele richting die je goed voorbereidt op het toelatingsexamen!
Een voltijdse studierichting kiezen en daarnaast ook het toelatingsexamen afleggen is een ongelooflijk zware opdracht waarbij de kans op succes voor beiden zeer, zeer klein is. De slaagcijfers voor het toelatingsexamen voor deze groep studenten is lager dan de algemene slaagcijfers (10% in juli 2014).

Welke keuze kan je best nemen? Wel, dat hangt er van af of je beschikt over een goed plan B...

Ik heb een goed plan B


Een plan B is die richting die je wil uitgaan wanneer je nooit zou slagen voor het toelatingsexamen. Heb je een goed plan B? Ga ervoor, maar dan wel in een deeltijds regime. Voor kinderbijslag en andere rechten moet je minimaal 27 studiepunten opnemen om erkend te worden als voltijds student. Kies in je uitverkoren plan B voor minimaal 27 studiepunten, maar liefst ook niet al teveel meer. En leg de klemtoon daarvan in het eerste semester. 
Zo wordt je al ondergedompeld in de universitaire realiteit, leer je omgaan met grotere (complexere) hoeveelheden leerstof, doe je veel ervaring op en kan je kijken of deze richting je echt bevalt. Ga er 100% voor en probeer voor alle vakken te slagen! Dit is goed voor je vertrouwen en je studie-efficientie.
Vanaf februari ga je dan vol voor het toelatingsexamen. Neem je tijd om je zo goed mogelijk voor te bereiden. Want enkel de goed voorbereide studenten slagen. Beter 1 maand teveel tijd dan 1 dag te weinig!

Ik heb geen plan B


Er bestaat geen enkele goede richting ter voorbereiding van het toelatingsexamen. Als je dan toch iets moet kiezen, dan is volgens ons de minst slechte richting: farmaceutische wetenschappen.
Kies daar ook voor een deeltijds programma met minimaal 27 studiepunten en niet al teveel meer.
In Leuven heb je in het eerste semester een programma van 28 studiepunten met volgende vakken: fysica, celbiologie, algemene scheikunde en organische scheikunde. Een perfect semester om dezelfde ervaring op te doen als hierboven vermeld. Ga er ook 100% voor. Dan krijg je een goed beeld wat je capaciteiten zijn.

Moet ik studeren voor vrijstellingen?


Studeren voor vrijstellingen is absoluut niet zinvol. Waarom moet je de kansen hypothekeren voor een examen waar je maar 19% slaagkansen hebt (toelatingsexamen juli 2017) terwijl je in de eerste bachelor geneeskunde of tandheelkunde ruim de tijd hebt om alle vakken te studeren en daarbovenop beschikt over een slaagkans van 90%?

Conclusie


Wil je later arts of tandarts worden, geef dan alle prioriteit aan het toelatingsexamen. Zo kan je jouw droom waarmaken. Bereid je vooral zeer goed voor, dan is de kans op succes bijzonder groot!

Over de auteur: Jan Bruwier is hoofdverantwoordelijke van Rebus studiebegeleiding in Leuven en Kortrijk. Rebus begeleidde, sinds de invoering van het toelatingsexamen in 1997, al meer dan 500 studenten succesvol voor het toelatingsexamen arts en tandarts.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, WebsiteFacebookTwitterGoogle+ of onderaan deze blogpost. 

donderdag 18 september 2014

De tien struikelblokken van het ‘leren leren’

leren leren studiemethodiek
Het is altijd even zoeken naar de exacte reden van een slecht resultaat. En zelfs wanneer je weet waar het schoentje wringt, blijft het soms vissen naar hoe het dan beter moet. Een cursus 'leren leren' kan het antwoord bieden op elk van de onderstaande uitdagingen die je zeker wel herkent.

1. “De leerstof lijkt plots teveel en/of te moeilijk (te zijn geworden)”

Soms verloopt de overgang tussen bepaalde studiejaren minder vlot door een verschil in aanpak. Zo zijn de stap van de tweede naar de derde graad, en de stap van het middelbaar naar het hoger onderwijs hier klassieke gevallen van. Je lesgever kan je zeggen hoe je grotere hoeveelheden verwerkt, hoe je inzichtelijker leert en wat voor andere vragen je docenten kunnen stellen.

2. “Ik heb weinig of geen discipline”

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is discipline geen aangeboren eigenschap maar een vaardigheid die je kan ontwikkelen door training. Door stapsgewijs de inspanning te vergroten, kan je leren hoe je achter je bureau kan gaan zitten én daar ook blijven zitten tot het werk helemaal klaar is. Samen met je lesgever overloop je tips and tricks en krijg je oefeningen om die ijzersterke discipline aan te leren.

3. “Tijdens het jaar kan ik me moeilijk concentreren. Pas als er tijdsdruk is, begin ik te leren en dan is het laat”

Veel studenten schieten te laat in gang en komen in de blokperiode tot de ontdekking dat de cursus toch heel wat meer is dan ze gedacht hadden. Een goede planning is cruciaal om niet voor verrassingen te komen staan. Je lesgever leert jou hoe je de hoeveelheid werk juist inschat en hoe je het meest efficiënt je tijd indeelt zodat je zowel je studies als je hobby’s tot een goed eind kan brengen.

4. “Ik heb mijn cursus al zo vaak gelezen maar het blijft niet hangen”

Memoriseren is een kunst. Zeker in richtingen waar je veel encyclopedische kennis te verwerken krijgt. Ook hiervoor bestaan er specifieke technieken waarmee je samen met je lesgever aan de slag gaat.

5. “Ik leer alles vanbuiten maar nu lukt dat niet meer”

Sommige studenten leren vlot uit het hoofd. Dit kan moeilijk worden wanneer de hoeveelheid leerstof sterk toeneemt of je docent inzichtelijke vragen stelt over verschillende hoofdstukken heen. Met een goede studiemethodiek integreer je reproductie met inzicht en leer je de theorie niet enkel opsommen maar ook toepassen.

6. “Ik weet niet hoe ik moet onderlijnen of fluoriseren”

Soms lijkt het wel zoveel dat je door het bos de bomen niet meer ziet. Om vlot hoofd- en bijzaken te onderscheiden, leert je lesgever je wat en hoe je moet aanduiden en structureren. Gewapend met enkele markeerstiften en een inhoudstafel ontdek je al snel de rode draad doorheen je cursus.

 

7. “Ik had te weinig tijd op het examen”

Immense zonde is het wanneer je je leerstof wel degelijk goed kent maar er dingen foutlopen op het examen zelf. Sommige studenten werken te traag, misrekenen zich bij een giscorrectie of slaan in paniek op een mondeling examen. Je lesgever kan je helpen omgaan met de verschillende examenvormen en je helpen je studiemethode hier tijdens het jaar reeds op aan te passen.

8. “Ik weet niet wat ik juist wil worden – ik kan niet kiezen/niets interesseert me”

Tegenvallende resultaten of de overgang naar een volgend jaar kunnen je wel eens doen twijfelen aan je studiekeuze. Onder het luik ‘studiehouding’, bekijk je samen met je lesgever hoe je je motivatie kan opkrikken. Om een duidelijker beeld te krijgen van wie je bent, welke studiemogelijkheden er allemaal bestaan en wat de beste match zou zijn tussen die beiden, kan je ook een specifieke studiekeuzeheroriëntering volgen.


9. “Ik heb last van angst, stress of zelfs black-outs”

Soms kan je onder zoveel studiedruk staan dat het je verlamt. De angst om te mislukken, om niet te voldoen aan de verwachtingen van je ouders of jezelf, kan je zelfs met hartkloppingen, black-outs of hyperventilatie opzadelen. Speciaal voor deze uitdagingen hebben we faalangsttrainingen waarbij een psycholoog je leert met je klachten omgaan zodat je weer plezier kan hebben in je studies.

10. “Bij anderen gaat het veel sneller om hetzelfde te leren”

Dit is de beste indicatie dat er iets hapert aan je studiemethodiek! Die anderen zijn heus niet zoveel slimmer dan jij maar zij hebben waarschijnlijk vlotter ‘leren leren’. Tijdens een cursus studiemethodiek zoeken we samen naar een gepersonaliseerde methode die aansluit bij jouw richting, interesses en bezigheden. De verschillende luiken ‘studietechnieken’, ‘studieplanning’ en ‘studiehouding’ kunnen zoveel aan bod komen als jij denkt nodig te hebben.

Herken jij deze uitdagingen? Dan kunnen wij je terug op de goede weg helpen! Via een cursus 'leren leren' bij REBUS leer jij efficiënter studeren op het vlak van studiehouding, studieplanning en studiemethodiek. Zodat je eindelijk het resultaat behaalt dat je verdient!

Over de auteur: Jolien Delbeke is psychologe en werkt momenteel als studiecoach bij REBUS en verzorgt daar onder andere de trainingen 'leren leren'.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, WebsiteFacebookTwitterGoogle+ of onderaan deze blogpost.

donderdag 4 september 2014

Toelatingsexamen (tand)arts: Waarom slagen zo weinig studenten?

toelatingsproef geneeskunde ingangsexamen arts tandarts toelatingsexamen rebus studiebegeleiding jan bruwier
Dinsdag werden de resultaten bekend gemaakt van het tweede toelatingsexamen (tand)arts: 17,5% geslaagd. Over de beide zittijden samen zijn in totaal 18,7% geslaagd. Uit de norm groep (Belgische deelnemers die in 2013-14 in het laatste studiejaar secundair onderwijs zitten) slaagden slechts 22,2%. 


Wat maakt slagen voor dit examen zo moeilijk?

Recent onderzoek aan de VUB (onderzoeksgroep TOR) geeft aan dat de voorbereiding (via zelfstudie, voorbereidingslessen aan de universiteiten of begeleiding in het secundair onderwijs) van de student geen invloed heeft op het slaagcijfer. Wij zijn het niet helemaal eens met deze bevindingen en zouden graag (op basis van onze ervaringen gedurende de afgelopen 17 jaar) een paar punten naar voren willen brengen die volgens ons een belangrijke rol spelen.

“Voor het toelatingsexamen is de wil om  te slagen belangrijk, maar nog veel belangrijker is de wil om zich goed voor te bereiden.” Jan Bruwier

Voorbereidingslessen aan de universitaire faculteiten

De voorbereidingslessen aan de meeste faculteiten staan helaas te laat op de universitaire agenda (vanaf februari of tijdens de paasvakantie) en bieden voor de meeste studenten niet de vakinhoudelijke kennis en inzicht die nodig zijn om te slagen. Ze krijgen een algemeen overzicht van de te kennen leerstof samen met een aantal historische examenvragen. Gerichte hulp bij het vergroten van kennis en inzicht in de leerstof wordt meestal niet geboden.

 

Begeleiding in scholen secundair onderwijs

De begeleiding die scholen in  het secundair onderwijs aanbieden is zeer divers. Sommige scholen doen serieuze en structurele extra inspanningen om hun leerlingen voor te bereiden op het toelatingsexamen. Voorbeelden zijn het Sint Barbaracollege in Gent, Atheneum Veurne (om er maar een paar te noemen). Anderen organiseren sporadisch extra lessen. Echter, veel scholen bieden geen extra ondersteuning. Leerlingen voorbereiden op één specifieke studie (arts/tandarts) behoort niet tot het takenpakket van een school. We kunnen dus enkel lof hebben voor scholen en leerkrachten die extra inspanningen leveren om hun leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op het toelatingsexamen.

Echter, een belangrijke ontwikkeling in het onderwijs met een jammer genoeg (samen met ander factoren) negatieve impact op het slaagcijfer is de democratisering van het onderwijs: in de veronderstelling dat elke leerling een diploma moet kunnen halen, legt men de lat lager met diegenen die het minst goed presteren als uitgangspunt. Uit onze eigen ervaring blijkt dat de basisvaardigheden van leerlingen op het gebied van wetenschappen de laatste decennia dalen. Dit wordt versterkt door het inzetten van leerkrachten die soms zelf niet over de wetenschappelijke achtergrond beschikken die nodig is om wetenschapsvakken (met name fysica en scheikunde) te onderwijzen. Dit is iets wat waarschijnlijk ook kan worden verklaard door ontwikkelingen in het onderwijs en de opleiding tot leerkracht in het bijzonder, maar: wat de school niet (goed) doet, moet de student uiteindelijk zelf doen….

 

De cruciale rol van zelfstudie en persoonlijke voorbereiding

Het toelatingsexamen arts/tandarts bestaat uit twee delen: kennis in wetenschappen of KIW (wiskunde, fysica, scheikunde en biologie) en informatieverwerking of IVV (stilleesteksten en communicatieproef).

Grote hoeveelheid leerstof komt samen in één examen: 

  • Het KIW gedeelte bevat leerstof uit vier studiejaren (derde, vierde, vijfde en zesde middelbaar) voor wiskunde, fysica en scheikunde. Voor biologie enkel uit vijfde en zesde middelbaar. Dit is bijzonder veel leerstof die samenkomt in één examen, een multiple-choice examen met een tijdsbeperking van drie uur.
  • De meeste leerlingen uit het secundair onderwijs studeren zeer gefragmenteerd: van trimester tot trimester. Op een toelatingsexamen komt de stof van vier vakken samen in één examen of in totaal 42 trimesters leerstof wetenschappen.
  • Het toelatingsexamen is niet echt een moeilijk examen. Maar wel een examen over een zeer grote hoeveelheid leerstof.

Het examen is multiple choice

  • Multiple choice betekent dat men de stof nog beter moet kennen dan voor een examen met open vragen. Door de vraagstelling en de antwoord keuzemogelijkheden slaat ook de twijfel toe: meestal geen goede raadgever voor studenten. Meisjes zouden volgens de voorgenoemde studie aan de VUB benadeeld zijn (ze gokken minder snel dan jongens). Dit is niet noodzakelijk een nadeel. Wij raden onze studenten af om te gokken tijdens het KIW gedeelte. Het antwoord kan perfect berekend worden, dus moet er, in normale omstandigheden bij een voldoende aantal antwoorden, niet worden gegokt.

Tijdsdruk

  • Ook de tijdsdruk en het niet gebruik mogen maken van een rekenmachine spelen een belangrijke rol. Dit impliceert dat de kennis niet latent maar wel zeer paraat aanwezig moet zijn. Snel kunnen werken zonder rekenfouten maken is de boodschap.

Uit bovenstaande overwegingen, gebaseerd op onze ervaringen, blijkt dat de voorbereiding voor het toelatingsexamen via zelfstudie, eventueel aangevuld met externe hulp, van cruciaal belang is. Een student die zich niet goed heeft voorbereid, hoe verstandig ook, heeft weinig slaagkans!

Is het toelatingsexamen zelf dan niet goed?

Moet er ook gehoor worden gegeven aan de vragen die worden gesteld rond de kwaliteit van het toelatingsexamen voor arts en tandarts? Zeker, het is altijd goed om een constante kwaliteitscontrole uit te voeren, ook omdat tijden veranderen. Echter, wij zijn van mening dat het toelatingsexamen bewijst nuttig en degelijk te zijn, door de universiteiten in staat te stellen kwaliteitsvol onderwijs te realiseren voor gemotiveerde (tand)artsen in spe. De slaagcijfers in het eerste bachelor geneeskunde en tandarts bewijzen dit en schommelen rond de 90%.

Het toelatingsexamen zelf is inderdaad door de jaren heen niet veel gewijzigd. In 1997 slaagden 49% van de studenten, nu 18,7%...De vraag in hoeverre dit te maken heeft met het toelatingsexamen zelf of met de manier waarop leerlingen in 1997 begeleid werden op het gebied van wetenschappen in scholen, samen met de hoeveelheid zelfstudie, kan hier terecht gesteld worden.

Een permanente evaluatie van het toelatingsexamen door een begeleidingscommisie en het verder ontwikkelen van beter geplande, gecoördineerde en realistische voorbereidingslessen, juichen wij toe. Wij willen hier graag, samen met andere partijen, aan bijdragen op basis van onze kennis en ervaring.

Leuven, 4 September 2014


Over de auteur: Jan Bruwier is hoofdverantwoordelijke van Rebus studiebegeleiding in Leuven en Kortrijk. Rebus begeleidde, sinds de invoering van het toelatingsexamen in 1997, al meer dan 500 studenten succesvol voor het toelatingsexamen arts en tandarts.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.

woensdag 25 juni 2014

Gokken tijdens het toelatingsexamen arts/tandarts?

Het toelatingsexamen arts/tandarts is multiple choice:: kan ik gokken?

Naar aanleiding van het aankomende toelatingsexamen geneeskunde, stellen heel wat leerlingen zich vast vragen over de beste manier om een multiple choice examen aan te pakken. Hoeveel vragen vul je best in? Moet je gokken of niet? Moet je bij je eerste antwoord blijven of kan je nog veranderen? Op deze vragen zullen we ingaan in deze blogpost.

Ten eerste is het vooral erg belangrijk dat je op een multiple choice examen met foutcorrectie voldoende marge creëert om te kunnen slagen. De vragen op het examen zijn zo opgesteld dat er behoorlijk wat valstrikken in zitten, dus je kan nooit 100% zeker zijn dat je alles juist hebt. 50% invullen is dus niet voldoende, het is beter om naar een ruimer percentage te streven, bijvoorbeeld 75%.

Wat betreft het gokken, hierover zijn de meningen verdeeld. Bij exacte wetenschappen, is het beter om niet te gokken, daar je het antwoord meestal kan uitrekenen of beredeneren. Voor het IVV (informatieverwerking) -gedeelte, kan je overwegen om te gokken wanneer je twijfelt tussen twee antwoorden. Dit geeft statistisch gezien puntenwinst, daar een fout antwoord -1/3 oplevert, maar je 1 op 2 antwoorden juist zou moeten hebben en hiervoor wel een punt bij krijgt. Let wel, statistisch gezien betekent over een groot aantal vragen. Daar dit niet zoveel vragen zijn, kan je ook pech hebben bij het gokken. Tip: Bij de communicatieproef twijfel je meestal tussen twee antwoorden. Hier is het dan vaak ook mogelijk om alle vragen in te vullen en punten te scoren!

Ten slotte kan het soms wel nuttig zijn om je antwoord ter veranderen. Onderzoek wijst uit dat wanneer studenten hun antwoord aanpassen, ze vaker een fout antwoord vervangen door een correct antwoord dan omgekeerd (Geiger, 1996). De voorwaarde hiervoor is wel dat ze niet gokken dat het een fout antwoord is, maar een beredeneerde keuze maken om het antwoord te veranderen (Shatz & Best, 1987).

CONCLUSIE:
Probeer voldoende in te vullen, doch zonder al teveel te gokken. Lees je antwoorden en de vragen ook goed na om eventuele valstrikken te ontdekken en je redenering te controleren opdat je je antwoord eventueel nog kan aanpassen.

Bibliografie

Geiger, M. (1996). On the benefits of changing multiple-choice answers: Student perception and performance. . Education, 108-116.
Shatz, M., & Best, J. (1987). Students' reasons for changing answers on objective tests. . Teaching of Psychology, 241-242.


Over de auteur: Stephanie Theunissen, is psychologe en werkt momenteel als studiecoach voor het informatieverwerkingsgedeelte IVV van het toelatingsexamen arts/tandarts bij REBUS.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, WebsiteFacebookTwitterGoogle+ of onderaan deze blogpost.

woensdag 21 mei 2014

Rebus Studieadvies: "Humaniorastudenten, kies wijs!"

Wie uit een sterke richting komt, heeft meer kans om in het hoger onderwijs te slagen. Tot die vaststelling kwam het Ministerie van Onderwijs en Vorming. Het mag een evidentie lijken, maar uit onze ervaring leren we dat studenten uit de humaniora zich hier jammer genoeg niet altijd van bewust zijn.

De studie kwam tot de volgende vaststellingen:

Binnen het aso, dat voorbereidt op voortstuderen, zijn de verschillen groot. Van de studenten die uit de richting Grieks-wiskunde komen, halen meer dan zeven op de tien een academische bachelor (alle richtingen samen) in de normale drie jaar. Bij de collega’s van Latijn-wiskunde is dat net geen zes op de tien.

Bij de jongeren uit wetenschappen-wiskunde haalt net niet de helft het in drie jaar. Bij economie-moderne talen zakt dat naar 11,38 procent en bij humane is het niet één op de tien. Bij de afgestudeerden van die laatste richting haalt meer dan één op de vier geen bachelordiploma na vijf jaar.

Rebus studieadvies

Voor Rebus is dit echter geen nieuws meer. Ook wij voelen al langer aan dat de gekozen richting uit de humaniora iets vertelt over de slaagkans in het hoger onderwijs. Volgens ons zijn de 'sterke richtingen' vooral de richtingen met veel wiskunde. Voor ons was dit dus al langer duidelijk: wie in het middelbaar zes of acht uur wiskunde per week kreeg, heeft beduidend meer slaagkansen in zijn verdere studies.

Als studieadvies willen we dan ook meegeven aan alle studenten in de humaniora: kies wijs! Als je van plan bent na je achttiende verder te studeren, dan ga je best voor een sterkere richting met zo veel mogelijk wiskunde. Op die manier houd je je kansen op een geslaagde studiecarrière zo hoog en zo breed mogelijk.

Als extra tip geven we jullie nog een link mee naar de Onderwijskiezer van het CLB waar je een handig overzicht kunt vinden van alle bestaande studierichtingen.


Over de auteur: Alexander Vandecaveye is afgestudeerd als Bachelor in de Geografie en Master in de Wijsbegeerte en werkt momenteel als studiecoach en social media expert voor REBUS.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.

maandag 14 april 2014

'Leren leren' bij Rebus met ADHD

Vandaag de dag krijgen studenten vaak het label "ADHD" opgeplakt. Ook bij Rebus komen we af en toe in contact met deze problematiek. Meestal raden we aan om deze symptomen al grotendeels aan te pakken met een doorgedreven training "leren leren". Daarin ligt de nadruk op het aanleren van een juiste studiemethode en planning. Onze ervaring leert dat gestructureerd leren studeren en je studietijd nauwgezet leren plannen al veel kan helpen. Ook voor studenten die niet met ADHD hebben te kampen.

Onlangs verscheen in de Campuskrant (KU Leuven) een interessant artikel hieromtrent. Ook daarin wordt aangeraden dat medicatie alleen niet voldoende is, maar dat de omliggende structuren best ook worden aangepast, zoals in onze training 'leren leren' aangeleerd wordt.

Hieronder een overzicht van de interessantste passages uit dit artikel:


Groeit ADHD er dan niet uit? Professor Dieter Baeyens is klinisch psycholoog, verbonden aan de Onderzoekseenheid Gezins- en orthopedagogiek, professor Saskia Van der Oord is klinisch psycholoog en gedragstherapeut (Onderzoekseenheid Klinische Psychologie). Volgens hen heeft naar schatting 90% van wie als kind de diagnose ADHD kreeg, als volwassene nog steeds last.

Baeyens: “Moeite met concentreren, hyperactiviteit en impulsiviteit zijn de drie belangrijkste kenmerken van ADHD of voluit Attention Deficit Hyperactivity Disorder. In de wandeling noemt men het onoplettende subtype, waarbij geen sprake is van hyperactiviteit, ook wel ADD.” Van der Oord: “ADHD blijft levenslang aanwezig, maar het beeld verandert wel: vanaf de puberteit neemt de impulsiviteit af en gaat het drukke gedrag over in innerlijke rusteloosheid. Volwassenen en adolescenten met ADHD hebben meestal naast concentratieproblemen ook moeite met plannen, prioritiseren, hoofd- en bijzaken onderscheiden, uitstelgedrag, onthouden wat net gezegd is …"

"Dat levert uiteraard de nodige moeilijkheden op bij de overgang naar het hoger onderwijs. Plots valt veel structuur weg en moet je je studie en je dagelijkse leven helemaal zelf zien te organiseren, en kunnen weerstaan aan de vele verleidingen om iets anders te doen dan studeren. Bij een aantal studenten, die zich dankzij hoge intelligentie of veel hulp van de ouders hebben weten te redden in het middelbaar, wordt zelfs pas op dat moment duidelijk dat ze ADHD hebben.”


Terrasje of diploma?

Uit internationale gegevens blijkt dat studenten met ADHD bij gelijke intelligentie minder slaagkansen hebben dan hun studiegenoten. Biedt rilatine dan geen soelaas? Baeyens: “Niet voor alle problemen. ADHD is een verzameling symptomen waaraan verschillende mechanismen ten grondslag kunnen liggen – al dan niet in combinatie met elkaar. Voor die mechanismen is er een neurobiochemische basis, als gevolg van een genetische kwetsbaarheid die in wisselwerking is met omgevingsfactoren.”

"Bij de overgang naar het hoger onderwijs valt plots veel structuur weg. Bij een aantal studenten wordt zelfs pas op dat moment duidelijk dat ze ADHD hebben."
Van der Oord: “Een eerste mechanisme betreft de executieve functies: een actie die in gang is gezet weer kunnen stopzetten, kunnen plannen en kunnen online houden waar je mee bezig bent, zonder afgeleid te worden – wat we het werkgeheugen noemen. Daarnaast is er het mechanisme rond motivatie: ga je voor de directe beloning – nu op een terrasje zitten – of voor de uitgestelde – je diploma halen? En dan is er nog het niet goed kunnen inschatten van tijd: overschatten hoeveel tijd je nog hebt voor een bepaalde taak en onderschatten hoelang iets in beslag zal nemen. Aan ADHD kunnen dus uiteenlopende problematieken ten grondslag liggen. Vandaar het belang van een individuele aanpak.”


To-do-lijst

Van der Oord: “Medicatie, zoals rilatine, slaat aan bij 90% en kan een groot effect hebben op impulsiviteit, hyperactviteit en concentratie. Maar het helpt niet om beter te plannen en te structureren. Daarvoor zijn andere vormen van begeleiding nodig, bijvoorbeeld trainen van planningsvaardigheden, in groep of individueel. Zo leer je een agenda te gebruiken, te werken met een to-do-lijst, een grote taak opdelen in kleine stukjes – allemaal vaardigheden waarvan je verwacht dat de meeste achttienjarigen erover beschikken, maar die niet evident zijn voor iemand met ADHD. Een therapeut kan ook werken aan motivatieproblemen door de student te doen nadenken over persoonlijke doelstellingen, de verleidingen te identificeren, en de gewoonte aan te kweken om kortetermijnbeloningen in te bouwen voor zichzelf.”

Baeyens: “Medicatie kan in bepaalde gevallen het juiste antwoord zijn, maar legt wel alle verantwoordelijkheid bij de student zelf. Terwijl de omgeving misschien ook kan worden aangepast, net zoals je dat doet voor rolstoelgebruikers. Denk aan goed gestructureerde lessen, waarin duidelijke overzichten worden gegeven – alle studenten hebben daar baat bij, maar studenten met ADHD in het bijzonder. Of maak het mogelijk om opnames te maken van hoorcolleges. Ook belangrijk: geef bij examens goed aan hoeveel tijd er beschikbaar is voor een bepaald onderdeel.”
"Jammer genoeg worden individuele faciliteiten nog te vaak beschouwd als een oneerlijk voordeel, reden voor sommige studenten om er geen beroep op te willen doen."

“Daarnaast zijn er individuele faciliteiten mogelijk: spreiden van examens, examen afleggen in een apart lokaal, de kans krijgen om een schriftelijk examen mondeling toe te lichten. Jammer genoeg worden dergelijke faciliteiten nog te vaak beschouwd als een oneerlijk voordeel, reden voor sommige studenten om er geen beroep op te willen doen. Terwijl je eigenlijk probeert te compenseren waar de omgeving tekortschiet. De moeilijkheid ligt erin om precies dát stuk te compenseren waarin iemand bij een bepaald examen of een bepaalde manier van onderwijs door zijn beperking wordt gehinderd. Idealiter zou dat op maat gebeuren, maar om organisatorische redenen is bijvoorbeeld vastgelegd dat iedereen met het statuut van student met functiebeperking een derde van de examentijd extra krijgt. Wat studenten met ADHD ook goed zou kunnen helpen, is een buddysysteem. Peer mentors – liefst meer dan één – spelen dan nota’s door, herinneren de student tijdig aan zijn of haar deadlines. Een dergelijke begeleiding kan wonderen verrichten.”


Eerste hulp bij ADHD

Leen Buelens (Cel Studeren met een Functiebeperking): “Een aantal studenten meldt zich bij de start van hun studieloopbaan bij ons met de vraag om faciliteiten vanwege ADHD. Daarnaast krijgen we ook studenten over de vloer die nog geen diagnose hebben, maar kampen met concentratieproblemen of het gevoel hebben dat ze eigenlijk beter kunnen. Indien nodig verwijzen we door voor verdere diagnostiek.”

“Studenten die worden erkend als student met functiebeperking krijgen, in overleg met ons, bepaalde examen- of onderwijsfaciliteiten. Ook bekijken we met hen de omvang en haalbaarheid van hun studieprogramma. We verwijzen ook door naar het Psychotherapeutisch Centrum, waar bijvoorbeeld groepstrainingen of individuele begeleiding rond uitstelgedrag of planning worden aangeboden, en naar de Dienst Studieadvies voor vragen rond onder meer studieplanning en -methode. Maar veel studenten zijn al goed geholpen wanneer ze gebruik kunnen maken van extra examentijd.”

woensdag 5 maart 2014

Stressvrije scholen via Transcendentale Meditatie

Faalangsttraining en stresstraining bij Rebus
Transcendentale Meditatie (TM). Misschien hebt u er ooit al van gehoord. Het betreft hier een meditatietechniek in de jaren '50 ontwikkeld in India door Maharishi Mahesh Yogi. De techniek houdt in dat u twee keer per dag voor een kwartier tot twintig minuten gaat zitten en de ogen sluit. De bedoeling is dat u mediteert door beroep te doen op een mantra. Dit is inderdaad nogal vaag, maar geen nood. Hoe dat concreet in zijn werk gaat kan aangeleerd worden, in een viertal sessies, door iemand die de techniek reeds beheerst. Om deze meditatievorm onder te knie te krijgen, vonden wij prijskaartjes tot maar liefst 2.500 dollar (1.820€).


Postieve gevolgen?


De believers van deze techniek beweren dat wanneer 1 procent van de bevolking (of bv. de inwoners van een stad) deze techniek beoefenen dit reeds een significant effect zal hebben op alle leden van die groep. Zo zouden ze reeds succesvol hebben aangetoond dat in bepaalde steden hierdoor de criminaliteit spectaculair zou zijn gedaald.
En inderdaad, "zou zijn", want geen enkele wetenschappelijke studie heeft reeds kunnen aantonen dat deze techniek een beter resultaat haalt dan het relaxerende effect dat meditatie sowieso veroorzaakt. Nog positieve gevolgen die men aan deze techniek toeschrijft, zijn onder andere een betere gezondheid en verhoogde creativiteit. Beiden zijn tot op heden nog niet wetenschappelijk bewezen.

Aanhangers van deze techniek pakken maar al te graag uit met verschillende celberties die deze techniek toepassen. Een grote aanhanger is bijvoorbeeld de regisseur David Lynch die zelfs de David Lynch Foundation heeft opgericht rond deze meditatietechniek. Wie deze techniek ook toepast zijn onder andere Hugh Jackman, Jennifer Anniston, George Lucas, Katy Perry, Moby, Ellen Degeneres en Clint Eastwood.

 

Transcendental Meditatie op school


Maar waarom we dit thema hier aansnijden heeft te maken met de Maharishi Institute of Vedic Science. Zij pleiten er voor om deze vorm van meditatie in scholen te implementeren. Dit is reeds het geval in een zevenhonderdtal scholen verspreid over heel de wereld. Daar begint en eindigt de schooldag steevast met een kwartier tot twintig minuten TM.

Ook bij Rebus geloven we in de helende werking van relaxatie in het bestrijden van stress en faalangst tijdens de studies. Zo bevat onze faalangsttraining bijvoorbeeld het aanleren van ontspanningsoefening. Zo wapenen we studenten tegen onnodige stress en faalangst, vooral in de examenperiodes. Vanuit dat oogpunt kan het volgens ons inderdaad nuttig zijn de schooldag te beginnen en te eindigen met een moment van meditatie en onthaasting. Maar tegenover alle presatiebevorderende en maatschappelijke effecten die uit deze meditatie zouden volgen, staan we iets scpetischer. Zolang de effecten niet wetenschappelijk zijn aangetoond, blijven deze onbestaande.

Maar daarom hoeven we het kind met het badwater niet weg te gooien. Studenten al op vroege leeftijd meegeven dat men doorheen de dag momenten van rust moet inbouwen is zeker niet verkeerd. En deze rustmomenten opvullen met ontspanningstechnieken en innerlijke reflectie kan zeker en vast een leerling weerbaarder maken voor de soms hoge verwachtingen die hen worden opgelegd.

We zijn er echter nog niet van overtuigd dat hier dergelijke dure cursussen voor nodig zijn als TM. Eenvoudige relaxatieoefeningen, gekaderd binnen een stress- of faalangsttraining kunnen zeker ook volstaan.

 

Stressvrij via Rebus Studiecoaching


Ben je geïnteresseerd geraakt in het volgen van een stress- en/of faalangsttraining? Neem dan ook een kijkje op onze website voor meer informatie over onze cursussen.



Over de auteur: Alexander Vandecaveye is afgestudeerd als Bachelor in de Geografie en Master in de Wijsbegeerte en werkt momenteel als studiecoach en social media expert voor REBUS.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.

dinsdag 18 februari 2014

Pesten: een probleem dat blijft aanslepen

De laatste jaren werden verschillende campagnes opgezet om meer bewustzijn te creëren rond pestgedrag. Zo kent U waarschijnlijk wel de recente Ketnet-Move tegen Pesten. Al deze goedbedoelde acties lijken echter niets te veranderen in het pestgedrag van kinderen en jongeren. Recent onderzoek van Yeti, het tienerblad van Klasse, bij 1200 leerlingen toonde aan dat de helft van de leerlingen toegeeft gepest te worden.

Uit datzelfde onderzoek blijkt dat de jongeren vinden dat er op een verkeerde manier gereageerd wordt op pesten, waardoor ze de stap naar een vertrouwenspersoon veel minder snel zetten. Jongeren die gepest worden, hebben het gevoel dat ze er met hun probleem alleen voor staan. Ook de pesters zelf beseffen niet dat hun gedrag erg kwetsend overkomt. Na een pestincident moet prioritair uiteraard de gepeste jongere beschermd worden, maar ook de pestkop moet leren met zijn/haar eigen boosheid en frustraties omgaan en voelt zich waarschijnlijk niet goed in zijn/haar vel.

Er zal een grondige attitudeverandering nodig zijn ten opzichte van de problematiek rond ‘pesten’. Bewustzijn rond pestgedrag is er door de verscheidenheid aan campagnes al geïnstalleerd, maar een preventieve aanpak waarbij de oorzaak van het pesten wordt aangepakt, is er voorlopig niet.

Pestgedrag wordt aangepakt door scholen wanneer het zich voordoet, maar op die manier zal het gedrag zelf niet verminderen. Zowel voor pestslachtoffers als voor pesters zelf zal het belangrijk zijn dat er in de toekomst meer wordt gewerkt rond het ontwikkelen van hun sociale vaardigheden, het opbouwen van weerbaarheid en het omgaan met stresserende situaties. Jongeren kunnen zich steeds minder inleven in ‘de ander’, waardoor pesterijen al snel onderschat worden. Als jongeren op termijn meer weerbaar worden en meer empathisch vermogen ontwikkelen ten opzichte van elkaar, zal het pestgedrag zienderogen verminderen.

Rebus probeert op deze belangen in te spelen en is momenteel bezig met het uitwerken van een groepstraining voor jongeren tussen de 12 en 14 jaar rond weerbaarheid en pesten op school.


Over de auteur: Astrid Dendauw is studiecoach voor REBUS en werkt momenteel een groepstraining uit rond weerbaarheid en pesten op school.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.

maandag 27 januari 2014

Hoe word ik een goede lesgever?

"Hoe kan een lesgever zijn studenten motiveren?" Deze vraag kreeg de Amerikaanse leerkracht Heather Wolpert-Gawron ook voorgeschoteld. In plaats van zelf na te denken over deze vraag vond ze het beter om hem aan haar eigen leerlingen voor te leggen (leeftijd: 13 - 15 jaar). 220 van hen gaven hierop een antwoord en zelf heeft ze hierin tien categorieën kunnen onderscheiden.

Wat volgt is een lijst van tien elementen waaruit een goed gegeven les zou moeten bestaan, en dit volgens de leerlingen zelf! Onder ieder punt geven we een citaat van een leerling mee. Op de blog zelf kun je nog meer citaten lezen.


1) Laat leerlingen samenwerken

"Teens find it most interesting and exciting when there is a little bit of talking involved. Discussions help clear the tense atmosphere in a classroom and allow students to participate in their own learning."

2) Maak gebruik van technologie

"I believe that when students participate in "learning by doing" it helps them focus more. Technology helps them to do that. Students will always be extremely excited when using technology."

3) Leg een link tussen wat er in de klas gebeurt en de echte wereld

"I believe that it all boils down to relationships. Not relationships from teacher to student or relationships from student to student, but rather relations between the text and the outside world. For example, I was in a history class last year and my teacher would always explain what happens in the Medieval World and the Renaissance. And after every lesson, every essay, every assignment, he asked us, "How does this event relate to current times?" It brought me to a greater thinking, a kind of thinking where I can relate the past to the present and how closely they are bonded together."
"If you relate the topic to the students' lives, then it makes the concept easier to grasp."

4) Straal zelf uit dat je gepassioneerd bent door de materie

"Engaging students can be a challenge, and if you're stuck in a monotone, rambling on and on, that doesn't help...instead of talking like a robot, teachers should speak to us like they're really passionate about teaching. Make sure to give yourself an attitude check. If a teacher acts like this is the last thing they want to be doing, the kids will respond with the same negative energy. If you act like you want to be there, then we will too."

5) Zorg er voor dat we actief bezig zijn

"When a student is active they learn in a deeper way than sitting. For example, in my history class, we had a debate on whether SOPA and PIPA were good ideas. My teacher had us stand on either ends of the room to state whether we agree or disagree with the proposition. By doing this, I was able to listen to what all my classmates had to say."

6) Maak gebruik van visuele hulpmiddelen

"I am interested when there are lots of visuals to go with the lesson. Power Points are often nice, but they get boring if there are too many bullet points. Pictures and cartoons usually are the best way to get attention."

7) Laat leerlingen zelf kiezen

"Giving students choices helps us use our strengths and gives us freedom to make a project the way we want it to. When we do something we like, we're more focused and enjoy school more."

8) Probeer je in te leven in de leefwereld van de leerling

"Personally, I think that students don't really like to be treated as 'students.' Teachers can learn from us students. They need to ask for our input on how the students feel about a project, a test, etc. Most importantly, teachers need to ask themselves, "How would I feel if I were this student?" See from our point of view and embrace it."

9) Varieer en houd het luchtig

"Also, you can't go wrong with some comedy. Everyone loves a laugh...another thing that engages me would be class or group games. In Language Arts I've played a game of "dodge ball. We throw words at each other, one at a time. If they could get the definition, the person who threw the word would be out...Students remember the ones they got wrong, and of course, the ones they already knew."

10) Wees menselijk

"The thing is, every student is engaged differently...but, that is okay. There is always a way to keep a student interested and lively, ready to embark on the journey of education. 'What is that way?' some teachers may ask eagerly. Now, read closely... Are you ready? That way is to ask them. Ask. Them. Get their input on how they learn. It's just as simple as that."


Over de auteur: Alexander Vandecaveye is afgestudeerd als Bachelor in de Geografie en Master in de Wijsbegeerte en werkt momenteel als studiecoach en social media expert voor REBUS.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.

vrijdag 17 januari 2014

Toelatingsproef geneeskunde of niet?

Bereid je voor op het ingangsexamen arts/tandarts
Grote opschudding vandaag in de medische en academische wereld: minister Onkelinx (PS) wil de beperking op nieuwe huisartsen en specialisten opheffen wat erop zou neerkomen dat dan ook het toelatingsexamen arts/tandarts in Vlaanderen wordt afgeschaft.

Eind jaren negentig werd in Vlaanderen en Wallonië een beperking gezet op het aantal artsen. In Vlaanderen werd de instroom sinds dan gecontroleerd via een toelatingsexamen arts/tandarts voor de opleiding geneeskunde. In Wallonië is men echter nooit tot een akkoord kunnen komen om een toegangsexamen in te kunnen voeren en is dit er tot op heden nog nooit gekomen. De maatregel die Laurette Onkelinx voorstelt, houdt in dat we die beperking opheffen, om zo knelpuntberoepen beter in te vullen.

Vlaamse reactie


Dat zou dan ook inhouden dat in Vlaanderen de toegangsproef mee wordt afgschaft en dit stuit binnen de Vlaamse medische en academische wereld op groot verzet. "Het aantal inschrijvingen zal stijgen van duizend naar vierduizend", voorspelt professor huisartsengeneeskunde Dirk Devorey (VUB). "De slaagpercentages zullen op hun beurt dalen naar 30 of 40 procent. We vrezen dat we dan de kwaliteit van het onderwijs niet kunnen garanderen. Bovendien wordt het curriculum binnenkort beperkt van zes naar vier jaar. Nu kunnen we nog rekenen op de voorkennis die studenten hebben bewezen bij het ingangsexamen. Dat kan dan niet meer."

Vlaamse ministers Smet en Vandeurzen, samen met de rectoren van de verschillende Vlaamse universiteiten, formuleren een andere oplossing. "We menen dat minister Onkelinx andere oplossingen moet zoeken om de knelpunten aan te pakken", zegt Vandeurzen. "Daarbij kan gedacht worden aan een beter evoluerende verloning, meer stages en gerichtere oriëntatie binnen de opleiding. Onkelinx heeft gelijk dat er een probleem bestaat, maar wij vinden dat het ingangsexamen in Vlaanderen succesvol is."

Bij REBUS kunnen we ons wel vinden in de visie van Vandeurzen. Volgens ons komt deze maatregel noch de kwaliteit van de opleiding, noch de kwaliteit van onze toekomstige artsen ten goede.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Rebus


Ondertussen is een petitie opgestart tegen deze maatregel.


Over de auteur: Alexander Vandecaveye is afgestudeerd als Bachelor in de Geografie en Master in de Wijsbegeerte en werkt momenteel als studiecoach en social media expert voor REBUS.
Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.

Bron: demorgen.be

donderdag 16 januari 2014

Last van druk en examenstress? Faalangst?

Als stress je parten speelt...




Tijdens de finale van Miss België worden de kandidates op hun algemene kennis beoordeeld. Op de vraag hoelang geleden de Eerste Wereldoorlog begon, antwoordde Miss België kandidate Cindy Sabbe (19) zaterdag twijfelend: "Tien jaar geleden". Ook de tweede vraag kon ze niet juist beantwoorden. Wie de eerste Belgische astronaut was? "Femalt" antwoordde Cindy.


Gisteren reageerde Cindy op haar flater tijdens de algemene kennisronde. 'Ik wist wel heel degelijk dat het 100 jaar was, maar door de stress op dat moment kwam er 10 uit mijn mond. Ik denk dat missen een menselijke zaak is,' klinkt het op Facebook.
Dat missen een menselijke zaak is, kunnen we niet ontkennen. Stress speelt iedereen parten, zeker in deze barre examenperiode.

Examenstress


Je herkent het wel... Je hebt zo veel te doen en zo weinig tijd, dus je beslist om voor 100% in blokmodus over te gaan. Je moet en zal goed studeren, anders gaat het niet lukken. Wanneer je de oefeningen wil openen op je laptop, beland je per ongeluk op Facebook. Daar lees je dat je de laatste 100 pagina’s van de cursus toch moet kennen en dat vorig jaar veel studenten gebuisd waren. Je probeert dan maar hard verder te studeren, maar het lukt niet meer en je besluit een pauze te nemen. Na twee minuten vraagt je moeder of je klaar bent voor je examen. En of je dan niet verder moet studeren? Later belt een maat om te zeggen dat hij het examen niet ziet zitten. Ook jij begint te twijfelen, maar besluit er toch voor te gaan en studeert nog lang door. De volgende ochtend kan je je echter moeilijk concentreren op de examenvragen en merk je dat je knappe verschijning niet voldoende is om je prof te bekoren.
Deze en soortgelijke situaties kunnen tot heel wat twijfels leiden. Kan ik het wel? Studeer ik genoeg? Is mijn studiemethode wel ok? Neem ik te veel /te weinig pauzes? Wat kan ik doen om beter om te gaan met (examen)stress? Ga ik er zo ooit geraken?


10 nuttige tips die u direct kan toepassen:


De examenperiode kan heel wat stress veroorzaken. We geven je graag tien tips die je kunnen helpen om deze periode aangenamer te maken. Deze tips krijgen deze keer wel de goedkeuring van REBUS mee, in tegenstelling tot een aantal dubieuze raadgevingen uit een vorige blogpost.

-       Maak een planning. Streep door wat je gedaan hebt en houd je zo goed mogelijk aan je voornemens.
-       Wees positief en focus op wat je al gedaan hebt.
-       Ga eens naar buiten tijdens je pauze.
-       Verwen jezelf met een kruidenthee of een warme douche.
-       Leer uit je fouten.
-       Weet dat iedereen examenstress heeft en dat een bepaalde mate van spanning goed is.
-       Maak een schema van je leerstof en kijk dit na op de avond/ochtend voor je examen.
-       Eet lekker, licht en gezond.
-       Studeer vooral voor jezelf en zie slagen als een stap vooruit naar je doel.
-       Durf om raad of hulp vragen.


Hoe REBUS kan helpen


Lijken de tips logisch maar vind je het moeilijk ze vol te houden? Blijf je met vragen of twijfels zitten? Wil je je beter voorbereiden voor de volgende examenperiode? Kan je gebaat zijn bij een extra training? Bij Rebus laten we je niet aan je lot over. We zijn er voor je om je te helpen bij de zoektocht om een goede studiemethode te leren ontwikkelen, versterken je capaciteiten om om te gaan met stress, ondersteunen je in specifieke vakken, leren je met faalangst omgaan, trainen je assertieve vaardigheden, etc. Hierbij vertrekken we steeds vanuit jouw vragen, vaardigheden en moeilijkheden.

Bron: De Standaard: http://www.standaard.be/cnt/dmf20140112_00923409


Over de auteur: Isolde Vileijn is afgestudeerd als Master in de Klinische en Gezondheidspsychologie en werkt momenteel als studiecoach leren leren en stress coach voor REBUS.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.

dinsdag 14 januari 2014

De toekomst van het onderwijs....

In deze animatievideo toont IBM hoe ons onderwijs er binnen vijf jaar zal uitzien, of hoe "big data" ons onderwijssysteem compleet kan veranderen. Kinderen maken huis- en leeswerk enkel nog op PC of tablet. Ook al hun testen worden afgenomen online of via tablet.
Dit laat toe om de student continue en onafhankelijk op te volgen en te evalueren. Bij REBUS volgen we deze ontwikkeling met argusogen op.



Over de auteur: Alexander Vandecaveye is afgestudeerd als Bachelor in de Geografie en Master in de Wijsbegeerte en werkt momenteel als studiecoach en social media expert voor REBUS.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.

maandag 13 januari 2014

Zal een oriënteringsproef de slaagcijfers in het hoger onderwijs doen verbeteren?


Rebus helpt je bij het kiezen van een studierichting
Heel wat humaniorastudenten moeten jaarlijks een keuze maken of ze al dan niet verder studeren en, belangrijker nog, beslissen wat ze dan gaan studeren. Dat er nog vaak een verkeerde keuze wordt gemaakt, bevestigen de slaagcijfers na een jaar hoger onderwijs. De richtingen waar het percentage geslaagden de vijftig procent overschrijden zijn eerder de uitzonderingen dan de regel.

Voldoende informatie


Nochtans is er vandaag de dag, met SID-ins, internet en massa's folders en brochures, zeker geen tekort aan informatie waar de zesdejaars over kunnen beschikken. Deze middelen blijken echter ontoereikend te zijn. Misschien moeten we stillaan concluderen dat er nood is aan meer directe begeleiding van de studenten in hun keuze. Vandaar dat hier en daar stemmen opgaan om een (niet-bindende) oriëntatieproef in te voeren, om zo de studenten beter in staat te stellen meteen de juiste richting te kiezen. Zo pleitten onlangs Rik Torfs, rector van de KU Leuven, en Paul Van Cauwenberghe, rector van de UGent, nog voor het invoeren van een dergelijke proef.

Alle beschikbare informatie simpelweg in de richting van de student gooien, zonder meer, kan niet de bedoeling zijn. "Want studiekeuze is een complex proces." Zo stelt Hilde Van Puyenbroeck, diensthoofd studieadvies van de Arteveldehogeschool in Gent. "Je moet je ervan bewust worden dat je een studiekeuze moet maken, bepalen wat je talenten zijn, uitzoeken hoe het hoger onderwijs in mekaar zit en opleidingen van naderbij bekijken. Pas dan maak je een keuze waar je kan achterstaan. Als je overstelpt wordt met  folders terwijl je niet eens beseft dat je moet kiezen, dan gaat veel info gewoon verloren."

Mevrouw Van Puyenbroeck ziet ook nog mogelijke verbetering voor de verschillende onderwijsinstellingen. "Zo’n oriëntatieproef is maar een momentopname. Als je je slecht in je vel voelt op het moment van de test, beïnvloedt dat het resultaat. En je dreigt mensen af te schrikken van wie talenten zich ontwikkelen in de loop van hun studies. Nee, wil je echt aan onderwijsloopbaanbegeleiding doen, begin dan in het kleuteronderwijs. Leer je kinderen daar al hun talenten kennen. Spreek in het lager in de taal van je leerlingen over beroepen. Confronteer hen met wat ze graag doen, waar ze goed in zijn en zet dat in een leerlijn die je doortrekt in het secundair onderwijs. Zo krijg je in het laatste jaar secundair onderwijs sterke persoonlijkheden die hebben leren reflecteren, weten waar ze staan en waar ze naartoe willen. Dan moet je in de laatste graad niet van nul starten en vermijd je dat de ouders hun kinderen betuttelen en in hun plaats over de studiekeuze beslissen. Nu gebeurt studiekeuzebegeleiding vaak tussen de soep en de patatten, als het al gebeurt."

Het REBUS testonderzoek voegt de daad bij het woord


Hier bij REBUS Studiecoaching zien we wel heil in een dergelijke oriënteringsproef, maar dan alleen als extra tool binnen een meer overkoepelende begeleiding. En we voegen ook de daad bij het woord. Al jaren bieden wij een testonderzoek aan waarbij je naast een oriënteringsproef ook intelligentietesten en interessetesten kunt afleggen. Daarna volgt een uitgebreide bespreking met één van onze psychologen die de resultaten van de testen verder zal toelicht en inpast binnen de specifieke situatie van de student. Alleen op die manier kan volgens ons een student met twijfels terug op het juiste pad gezet worden.

Over de auteur: Alexander Vandecaveye is afgestudeerd als Bachelor in de Geografie en Master in de Wijsbegeerte en werkt momenteel als studiecoach en social media expert voor REBUS.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.

Bron: klasse.be

vrijdag 3 januari 2014

Toelatingsexamen arts tandarts: Slaagkansen van 2009 tot nu....!


Toelatingsexamen arts en tandarts   -   Slaagpercentages


Slagen voor het toelatingsexamen arts en tandarts is sinds 1997 in Vlaanderen een bijkomende, decretaal bepaalde voorwaarde om aan de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde te mogen beginnen. Het examen wordt tweemaal per jaar georganiseerd en bestaat uit twee delen, namelijk “Kennis en Inzicht in de Wetenschappen” (KIW) en “Informatie Verwerven en Verwerken” (IVV).

Uit een schriftelijke parlementaire vraag van Ann Brusseel aan minister van onderwijs Pascal Smet komen volgende algemene resultaten naar voor ter voorbereiding van het academiejaar 2013-2014:

-        In juli 2013 schreven zich 5289 kandidaten in voor het examen, daarvan legden 4737 kandidaten het volledige examen af. Na deliberatie slaagden 695 kandidaten. Het slaagpercentage voor juli 2013 bedroeg 14,7 %.

-        Eind augustus 2013 was er een tweede examenronde. Van de 3587 ingeschreven kandidaten legden er 3135 het volledige examen af. Na deliberatie slaagden 547 kandidaten. Het slaagpercentage voor augustus 2013 bedroeg 18,3 %.

Globaal gezien namen 5714 personen deel aan één of beide examenmomenten. Hiervan slaagden in totaal 1269 kandidaten. Dit betekent dat er 198 geslaagden meer kunnen starten met de studies arts/tandarts dan in 2012. Het globale slaagpercentage van 2013 bedraagt 22,2 %. Dit cijfer ligt 2 % hoger dan in 2012. (zie tabel)

Slaagkansen toelatingsexamen 2013 per richting:
Het slaagpercentage voor kandidaten uit de normgroep (d.w.z. De Belgische deelnemers die in 2012-2013 in het laatste studiejaar secundair onderwijs zaten) bedraagt 30,9 %. (zie tabel)

sessie juli 2013
sessie aug 2013
studierichting n>=10
deelnemers

geslaagd
%geslaagd
deelnemers
geslaagd
%geslaagd
wetenschappen-wiskunde
1091
231
21
661
135
20
latijn-wiskunde
416
75
18
272
68
25
latijn-wetenschappen
282
14
5
207
21
10
moderne talen-wetenschappen
150
2
1
100
5
5
grieks-wiskunde
68
25
37
38
14
37
latijn-moderne talen
28
0
0
19
0
0
techniek-wetenschappen
25
1
4
18
1
6
grieks-wetenschappen
24
2
8
10
1
10
humane wetenschappen
22
1
5
11
0
0
economie-wiskunde
21
1
5
14
1
7
sport-wetenschappen
21
1
5
13
0
0
economie-mod talen
14
0
0
grieks-latijn
13
1
8
moderne talen- wiskunde
11
0
0


Slaagkansen toelatingsexamen 2009-2012 per richting:

Uit het antwoord van de Minister komt ook volgend overzicht van de deelnames en slaagkansen per deelname in 2009, 2010 en 2012, naar studierichting secundair onderwijs:


Studierichting
Aantal deel-names
2009
Aantal deel-names
2010
Aantal deel-names
2012
Aantal geslaagde
kandi-daten 2009
Aantal geslaagde
kandi-daten 2010
Aantal geslaagde
kandi-daten 2012
Slaag-kans per deel-name in 2009
Slaag-kans per deel-name in 2010
Slaag-kans per deel-name in 2012
Grieks-wiskunde
107
121
129
44
42
50
41%
35%
39%
Latijn-wiskunde
744
886
795
288
221
239
39%
25%
30%
Wetenschappen-wiskunde
1.626
2.118
1.884
565
498
519
35%
24%
28%
Grieks-wetenschapppen
43
50
32
15
6
9
35%
12%
28%
Latijn-wetenschappen
585
743
580
150
98
109
26%
13%
19%
Grieks-latijn
51
51
34
11
5
4
22%
10%
12%
Natuur & techniek (NL)
59
109
196
22
13
21
37%
12%
11%
Economie-wiskunde
40
67
53
3
9
5
8%
13%
9%
Natuur & gezondheid (NL)
820
799
649
105
64
58
13%
8%
9%
Humane wetenschappen
53
55
62
3
0
5
6%
0%
8%
Sport-wetenschappen
36
55
58
5
3
4
14%
6%
7%
Moderne talen-wetenschappen
286
334
311
39
19
18
14%
6%
6%
Latijn-moderne talen
50
73
59
3
3
2
6%
4%
3%
Andere
97
137
142
7
5
7
7%
4%
3%
Economie-moderne talen
44
79
62
2
1
2
5%
1%
3%
Economie & gezondheid
42
11
11
0
0
0
0%
0,0%
0%
Cultuur & maatschappij (NL)
5
13
5
0
0
0
0%
0,0%
0%
Handel (Tso)
4
1
2
1
0
0
25%
0,0%
0%
Kso
2
3
9
1
0
0
50%
0,0%
0%
Totaal
4.894
5.890
5.285
1.295
1.000
1.071



Over het algemeen kun je stellen dat wie aan een opleiding arts of tandarts wil beginnen het meeste kans maakt als er voldoende uren wiskunde en exacte wetenschappen worden opgenomen tijdens de humaniora. Een resultaat die op zich niet echt mag verbazen aangezien het KIW-gedeelte peilt naar de kennis binnen de domeinen wiskunde, fysica, biologie en scheikunde.

Voorbereiding op het toelatingsexamen bij REBUS Studiecoaching:

Zolas reeds eerder gemeld in onze blogpost van 14 november kan je ook een zeer goede voorbereiding op het toelatingsexamen bij REBUS volgen. Deze werpt zeker zijn vruchten af. Met trots kunnen we meedelen dat op de toelatingsproef geneeskunde 2013 maar liefst 75% van onze studenten was geslaagd! Nooit eerder hebben we dergelijk goed resultaat neergezet. 

Hiatentest:
Onze voorbereiding is individueel en zeer doeltreffend! We starten met een hiatentest die peilt naar de kennis van de student op het moment dat hij of zij bij ons komt aankloppen. Daarna volgt een intensieve individuele begeleiding voor de verschillende vakken van het KIW-gedeelte en een specifieke training voor de beide onderdelen (leesproef en arts-patient communicatie) van het IVV-gedeelte.

Simulatie examen:
Tot slot onderwerpen we onze studenten, meestal één of twee weken voor het effectieve examen, aan een simulatie-examen. Dit is een allerlaatste doorgedreven oefening, in dezelfde omstandigheden als op het echte examen. Bij de verbetering spreken we de laatste hiaten maar ook de oplossings- (wat los ik eerst op) en multiple choice strategie (wanneer mag ik gokken) door. Alle resultaten, van alle testen, worden van uitgebreide feedback voorzien door onze vakcoaches en dit voor zowel de student als voor de ouders.


Bron:  Schriftelijke vraag van Ann Brusseel aan Pascal Smet op 4 oktober 2013 in het Vlaams Parlement


Over de auteur: Alexander Vandecaveye is afgestudeerd als Bachelor in de Geografie en Master in de Wijsbegeerte en werkt momenteel als studiecoach en social media expert voor REBUS.

Wil je graag reageren in verband met dit artikel? Dit kan via email, Website, Facebook, Twitter, Google+ of onderaan deze blogpost.