maandag 14 april 2014

'Leren leren' bij Rebus met ADHD

Vandaag de dag krijgen studenten vaak het label "ADHD" opgeplakt. Ook bij Rebus komen we af en toe in contact met deze problematiek. Meestal raden we aan om deze symptomen al grotendeels aan te pakken met een doorgedreven training "leren leren". Daarin ligt de nadruk op het aanleren van een juiste studiemethode en planning. Onze ervaring leert dat gestructureerd leren studeren en je studietijd nauwgezet leren plannen al veel kan helpen. Ook voor studenten die niet met ADHD hebben te kampen.

Onlangs verscheen in de Campuskrant (KU Leuven) een interessant artikel hieromtrent. Ook daarin wordt aangeraden dat medicatie alleen niet voldoende is, maar dat de omliggende structuren best ook worden aangepast, zoals in onze training 'leren leren' aangeleerd wordt.

Hieronder een overzicht van de interessantste passages uit dit artikel:


Groeit ADHD er dan niet uit? Professor Dieter Baeyens is klinisch psycholoog, verbonden aan de Onderzoekseenheid Gezins- en orthopedagogiek, professor Saskia Van der Oord is klinisch psycholoog en gedragstherapeut (Onderzoekseenheid Klinische Psychologie). Volgens hen heeft naar schatting 90% van wie als kind de diagnose ADHD kreeg, als volwassene nog steeds last.

Baeyens: “Moeite met concentreren, hyperactiviteit en impulsiviteit zijn de drie belangrijkste kenmerken van ADHD of voluit Attention Deficit Hyperactivity Disorder. In de wandeling noemt men het onoplettende subtype, waarbij geen sprake is van hyperactiviteit, ook wel ADD.” Van der Oord: “ADHD blijft levenslang aanwezig, maar het beeld verandert wel: vanaf de puberteit neemt de impulsiviteit af en gaat het drukke gedrag over in innerlijke rusteloosheid. Volwassenen en adolescenten met ADHD hebben meestal naast concentratieproblemen ook moeite met plannen, prioritiseren, hoofd- en bijzaken onderscheiden, uitstelgedrag, onthouden wat net gezegd is …"

"Dat levert uiteraard de nodige moeilijkheden op bij de overgang naar het hoger onderwijs. Plots valt veel structuur weg en moet je je studie en je dagelijkse leven helemaal zelf zien te organiseren, en kunnen weerstaan aan de vele verleidingen om iets anders te doen dan studeren. Bij een aantal studenten, die zich dankzij hoge intelligentie of veel hulp van de ouders hebben weten te redden in het middelbaar, wordt zelfs pas op dat moment duidelijk dat ze ADHD hebben.”


Terrasje of diploma?

Uit internationale gegevens blijkt dat studenten met ADHD bij gelijke intelligentie minder slaagkansen hebben dan hun studiegenoten. Biedt rilatine dan geen soelaas? Baeyens: “Niet voor alle problemen. ADHD is een verzameling symptomen waaraan verschillende mechanismen ten grondslag kunnen liggen – al dan niet in combinatie met elkaar. Voor die mechanismen is er een neurobiochemische basis, als gevolg van een genetische kwetsbaarheid die in wisselwerking is met omgevingsfactoren.”

"Bij de overgang naar het hoger onderwijs valt plots veel structuur weg. Bij een aantal studenten wordt zelfs pas op dat moment duidelijk dat ze ADHD hebben."
Van der Oord: “Een eerste mechanisme betreft de executieve functies: een actie die in gang is gezet weer kunnen stopzetten, kunnen plannen en kunnen online houden waar je mee bezig bent, zonder afgeleid te worden – wat we het werkgeheugen noemen. Daarnaast is er het mechanisme rond motivatie: ga je voor de directe beloning – nu op een terrasje zitten – of voor de uitgestelde – je diploma halen? En dan is er nog het niet goed kunnen inschatten van tijd: overschatten hoeveel tijd je nog hebt voor een bepaalde taak en onderschatten hoelang iets in beslag zal nemen. Aan ADHD kunnen dus uiteenlopende problematieken ten grondslag liggen. Vandaar het belang van een individuele aanpak.”


To-do-lijst

Van der Oord: “Medicatie, zoals rilatine, slaat aan bij 90% en kan een groot effect hebben op impulsiviteit, hyperactviteit en concentratie. Maar het helpt niet om beter te plannen en te structureren. Daarvoor zijn andere vormen van begeleiding nodig, bijvoorbeeld trainen van planningsvaardigheden, in groep of individueel. Zo leer je een agenda te gebruiken, te werken met een to-do-lijst, een grote taak opdelen in kleine stukjes – allemaal vaardigheden waarvan je verwacht dat de meeste achttienjarigen erover beschikken, maar die niet evident zijn voor iemand met ADHD. Een therapeut kan ook werken aan motivatieproblemen door de student te doen nadenken over persoonlijke doelstellingen, de verleidingen te identificeren, en de gewoonte aan te kweken om kortetermijnbeloningen in te bouwen voor zichzelf.”

Baeyens: “Medicatie kan in bepaalde gevallen het juiste antwoord zijn, maar legt wel alle verantwoordelijkheid bij de student zelf. Terwijl de omgeving misschien ook kan worden aangepast, net zoals je dat doet voor rolstoelgebruikers. Denk aan goed gestructureerde lessen, waarin duidelijke overzichten worden gegeven – alle studenten hebben daar baat bij, maar studenten met ADHD in het bijzonder. Of maak het mogelijk om opnames te maken van hoorcolleges. Ook belangrijk: geef bij examens goed aan hoeveel tijd er beschikbaar is voor een bepaald onderdeel.”
"Jammer genoeg worden individuele faciliteiten nog te vaak beschouwd als een oneerlijk voordeel, reden voor sommige studenten om er geen beroep op te willen doen."

“Daarnaast zijn er individuele faciliteiten mogelijk: spreiden van examens, examen afleggen in een apart lokaal, de kans krijgen om een schriftelijk examen mondeling toe te lichten. Jammer genoeg worden dergelijke faciliteiten nog te vaak beschouwd als een oneerlijk voordeel, reden voor sommige studenten om er geen beroep op te willen doen. Terwijl je eigenlijk probeert te compenseren waar de omgeving tekortschiet. De moeilijkheid ligt erin om precies dát stuk te compenseren waarin iemand bij een bepaald examen of een bepaalde manier van onderwijs door zijn beperking wordt gehinderd. Idealiter zou dat op maat gebeuren, maar om organisatorische redenen is bijvoorbeeld vastgelegd dat iedereen met het statuut van student met functiebeperking een derde van de examentijd extra krijgt. Wat studenten met ADHD ook goed zou kunnen helpen, is een buddysysteem. Peer mentors – liefst meer dan één – spelen dan nota’s door, herinneren de student tijdig aan zijn of haar deadlines. Een dergelijke begeleiding kan wonderen verrichten.”


Eerste hulp bij ADHD

Leen Buelens (Cel Studeren met een Functiebeperking): “Een aantal studenten meldt zich bij de start van hun studieloopbaan bij ons met de vraag om faciliteiten vanwege ADHD. Daarnaast krijgen we ook studenten over de vloer die nog geen diagnose hebben, maar kampen met concentratieproblemen of het gevoel hebben dat ze eigenlijk beter kunnen. Indien nodig verwijzen we door voor verdere diagnostiek.”

“Studenten die worden erkend als student met functiebeperking krijgen, in overleg met ons, bepaalde examen- of onderwijsfaciliteiten. Ook bekijken we met hen de omvang en haalbaarheid van hun studieprogramma. We verwijzen ook door naar het Psychotherapeutisch Centrum, waar bijvoorbeeld groepstrainingen of individuele begeleiding rond uitstelgedrag of planning worden aangeboden, en naar de Dienst Studieadvies voor vragen rond onder meer studieplanning en -methode. Maar veel studenten zijn al goed geholpen wanneer ze gebruik kunnen maken van extra examentijd.”